Hoor wie klopt daar kind'ren?
Hoor wie klopt daar kind'ren?
Hoor wie klopt daar zachtjes tegen het raam?
Het is een vreemd'ling zeker,
die verdwaald is zeker.
Ik zal hem even vragen naar zijn naam.
Sint Nicolaas, Sint Nicolaas
Breng ons vanavond een bezoek
En strooi dan wat lekkers
In een of and're hoek
Stoute kind'ren, zegt hij,
Krijgen knorren, zegt hij,
Of een zakje, zegt hij, met wat zout.
Want je weet wel, zegt hij
Dat Sint Nic'laas, zegt hij
Van die stoute kind'ren heel niet houdt.
Sint Nicolaas, Sint Nicolaas
Breng ons vanavond een bezoek
En strooi dan wat lekkers
In een of and're hoek